Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], In de dagen van Pekah, den koning van Israel, kwam [25]Tiglath-pilezer, de koning van Assyrie, en nam [26]Ijon in, en Abel-beth-maacha, en [27]Janoah, en [28]Kedes, en [29]Hazor, en [30]Gilead, en [31]Galilea, het ganse land van Nafthali; en hij [32]voerde hen weg naar Assyrie. 25. Ook genaamd Tillgat-Pilneser, 2 Kron.28:20, in de wereldse historien Phulaser, de zoon van Phulbelochus; van denwelken, zie boven, vs.19. 26. Zie van deze stad en de naastvolgende 1 Kon.15:20. 27. Een stad, gelegen in de oostpale van den stam van Efraim bij de Jordaan. Zie van deze Joz.16:6. 28. Zie van deze stad Richt.4:6. 29. Eertijds een vermaarde koninklijke hoofdstad, Joz.11:10, daarna den stam van Nafthali ten erfdeel gevallen, Joz.19:36. 30. Zie Gen.31:21. 31. Zie 1 Kon.9:11. 32. Namelijk, de inwoners der voorgenoemde landen en steden.